Sla menu over Meer over toegankelijkheid

Ruimtelijke kwaliteit

Foto: Marcel Kerkhof

HANDREIKINGEN RUIMTELIJKE KWALITEIT

Onderstaande handreikingen beogen partijen die met ruimtelijke ontwikkelingen in het landschap en dorpen aan de slag gaan, op weg te helpen door een eerste handelingsperspectief op hoofdlijnen te bieden. Met de handreikingen wordt richting gegeven aan het omgaan met de in de gebiedsbiografieën beschreven, voor het betreffende deelgebied onderscheidende, karakteristieken.

  • Houd bij ontwikkelingen rekening met de ontstaans- en ontginningsgeschiedenis en de verschillende deelgebieden die daarvan het gevolg zijn, te weten: de Dollardpolders in het noorden, het centraal gelegen beekdal met esdorpenlandschap en de heide-/ veenontginningsgebieden ten oosten en westen daarvan.
  • Respecteer het grootschalig open karakter van de Dollardpolders en de daarin aanwezige ontginningsstructuren (wegen en dijken).
  • Houd de afzonderlijke kenmerkende structuren van het beekdal- en esdorpenlandschap met kleine bosjes en houtwallen op de hoger gelegen delen, open essen op dekzandkoppen met akkercomplexen, en open hooilanden en elzenbroekbossen in de nattere beekdalen van de meanderende Ruiten Aa, Mussel Aa en Westerwoldse Aa afleesbaar en versterk de onderlinge samenhang.
  • Behoud het rationele verkavelde karakter van de half open jonge heide/ veldontginningen met verspreid liggende agrarische bebouwing langs beplante laantjes haaks op oude nederzettingsstructuren en/of kanalen, leidijken, veenscheiding en bosjes aangelegd in het kader van naoorlogse werkverschaffingsprojecten zoals Sellingerbeetse.
  • Houd bij de doorontwikkeling van kernen rekening met de dorpstypologie (esdorpen, wegdorpen), de historisch gegroeide structuur, de aanwezigheid van authentieke dorpse gebouwtypen (krimpenhuis, dwarshuis, villa, burgerwoning en boerderij) en de karakteristieke silhouetten.
  • Respecteer het kleinschalige besloten karakter van de esdorpen en -gehuchten met slingerende beplante wegen, brinkachtige ruimten, (zwermen van) verspreide agrarische bebouwing en afwisselend beplante overgangen naar de essen met steilranden.
  • Houd het karakter van langgerekte wegdorpen en gehuchten met licht slingerende wegen met zware laanbeplanting in ruime profielen, villaboerderijen met siertuinen afgewisseld met burgerwoningen en doorzichten naar het landschap herkenbaar en afleesbaar.
  • Zorg ervoor dat in de kanaaldorpen de verschillende soorten panden in één rooilijn staan en houd belangrijke doorzichten naar het landschap open
  • Herstel en/of integreer landschapselementen (essen, esrandbeplanting, pingoruïnes) in het ontwerp van ruimtelijke ontwikkelingen
  • Behoud en versterk de beleving van cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle plekken en objecten in samenhang zoals de vesting Bourtange, Oudeschans, de burcht te Wedde, het kruisherenklooster Ter Apel, het Westerwoldse boerderijtype, bijzondere ontginningsstructuren zoals: het Hebrecht, restanten van Industrieel erfgoed van de aardappelindustrie en fabrieksarbeiderswoningen en buurten zoals tuindorp Agodorp en maak deze beleefbaar
  • Houd bij ruimtelijke ingrepen de verschillende verhaallijnen van het ontstaan en de ontwikkeling van het landschap leesbaar in het bijzonder de met de grensligging verband houdende verdedigingslinie en de daarbij behorende kenmerken zoals redoutes, (lei)dijken, innundatiegebieden en uitwateringssluizen.

KERNKARAKTERISTIEKEN

Hieronder is een opsomming van de kernkarakteristieken te lezen, voor meer informatie zie de uitgebreide beschrijving bij de gebiedsbiografie Westerwolde:

  • Prehistorische geomorfologische landschapselementen zoals het reliëf aard, keileemheuvels, dekzandreliëf, tangen, en pingoruïnes.
  • Het beekdallandschap van de Ruiten Aa, Mussel Aa en Westerwoldse Aa.
  • Prehistorische nederzettingssporen.
  • Vroegmiddeleeuwse rijengrafvelden en nederzettingssporen.
  • Middeleeuwse huisakkers: oerden.
  • Middeleeuwse kerken en borgen en het kruisherenklooster Ter Apel.
  • Middeleeuwse verdedigingslinies van schansen, leidijken en uitwateringssluizen.
  • Landschappelijke opbouw van afwisselend de kleinschalige beslotenheid van esdorpen en esgehuchten met kleine bosjes en houtwallen op de hoger gelegen delen, open essen op dekzandkoppen en open hooilanden in het nattere beekdal.
  • De schaal en het karakter van de historisch gegroeide dorpsstructuur.
    • Kleinschalig besloten esdorpenlandschap met esdorpen en esgehuchten, essen en kleine bosjes en houtwallen met hoge ecologische waarden.
    • De verspreide bebouwing in esgehuchten met Westerwoldse boerderijen, kop-(hals-)romp en Oldambtster boerderijen.
    • De clusters van verspreide boerderijen, hoeves, bij de esdorpen.
    • De duidelijke randen (steilranden) van esdorpen die de overgang naar de essen markeren.
    • Het relatief groene en bosrijke karakter van de esdorpen op de hoger gelegen delen.
  • Meanderend beloop van wegen, paden en beekdal van de Ruiten Aa met een herwonnen natuurlijk beloop. In de beekdalen zijn hooilanden, elzenbroekbossen en blauwgraslandrelicten met hoge ecologische waarden.
  • Daaromheen rationeel verkaveld jong heideontginningslandschap met verspreid liggende agrarische bebouwing met komvorming op kruispunten in het heideontginningslandschap.
  • Onregelmatige, organisch gegroeide lintvormige veenontginningsdorpen.
  • Strategische ligging als grensgebied en als gevolg hiervan de bouw van uitwateringssluizen, leidijken en schansen waaronder Oudeschans, Bellingwolderschans en meer recent de werkkampen.
  • Industrieel erfgoed van de aardappelindustrie met de bijbehorende infrastructuur.